Visie op bipolaire stoornis

Op deze pagina beschrijf ik mijn visie op de bipolaire stoornis. Ik richt me op de bipolaire stoornis omdat ik hierin ervaringsdeskundige ben. Echter wat ik hieronder schets geldt net zo goed voor andere psychiatrische stoornissen zoals chronische depressie, schizofrenie, angststoornissen, dwangstoornissen, eetstoornissen, dissociatieve stoornissen, et cetera.

(teveel tekst? Lees dan de beknopte versie)

Hersenziekte?

Is manische depressiviteit een hersenziekte? Een erfelijk bepaalde aandoening van chronische ontregeling van neurotransmitters in het brein? Ongeneeslijk en slechts onder controle te houden met de juiste medicatie? Dit is het beeld dat de biologisch georiënteerde psychiatrie schetst. Inmiddels breekt binnen de psychiatrie wel steeds meer het besef door dat omgevingsfactoren een belangrijke rol spelen in het al dan niet tot ontwikkeling komen van de stoornis. Af en toe verschijnt er onderzoek waaruit blijkt dat mensen met bipolaire stoornis een bovengemiddeld turbulente jeugd hebben gehad waarin afwijzing, misbruik, geweld of verwaarlozing een rol hebben gespeeld. De oorzaak van de stoornis wordt dan gezocht in een combinatie van kwetsbaarheid en kwetsing. Dus je genetisch/fysieke aanleg in combinatie met wat je allemaal hebt meegemaakt. Maar ondanks dit besef focust men zich vrijwel geheel op de biologische kant. Men zoekt naar de verantwoordelijke genen, naar specifieke afwijkingen in het brein, naar specifieke bedrading, naar de werking van neurotransmitters et cetera. De tweede oorzaak, kwetsing, wordt grotendeels genegeerd.

In “Leidraad: de bipolaire stoornis voor patiënt en betrokkenen” wordt nog een derde oorzaak genoemd: kwetsuur, verzwakking van binnen. Dat laatste kan een ziekte zijn (zoals een schildklieraandoening), maar ook (bij)werking van medicijnen of drugs. Als je geen drugs gebruikt en je hebt laten onderzoeken op mogelijke aandoeningen dan kunnen we deze oorzaak verder uitsluiten.

Ook ik denk dat de oorzaak gezocht moet worden in een combinatie van kwetsbaarheid en kwetsing. Bij kwetsbaarheid denk ik  vooral aan het genetisch behept zijn met een geaardheid om te neigen naar uitersten. Evenals een bepaalde mate van gepassioneerdheid. Of je door je geaardheid en passie later in problemen komt wordt in mijn visie echter vooral bepaald door de mate waarin je vervreemd bent geraakt van je natuurlijke, essentiële zelf, dus door kwetsing.

De psychiatrie en reguliere psychologie kunnen niet uit de voeten met begrippen als ‘oorspronkelijk zelf’, ‘essentieel zelf’ of ‘natuurlijk zelf’. Hoe meet je dat, een essentieel zelf, hoe bewijs je zoiets? Toch, met een beetje goede wil zal je je een voorstelling kunnen maken waar ik met deze begrippen naar verwijs. Iedereen kent wel mensen die gewoon goed functioneren, prettig in de omgang zijn en aangeven behoorlijk gelukkig te zijn. Mensen die behoorlijk ‘zichzelf zijn’. Mensen die grotendeels samenvallen met hun geaardheid en hun energie vrijelijk kunnen uiten. Die zich niet verheven voelen boven anderen of juist minderwaardig. Mensen die vriendelijk, open en aandachtig kunnen zijn. Kortom, mensen die grotendeels leven vanuit hun oorspronkelijke zelf.

Vervreemding van je essentiële zelf

Velen echter zijn in meer of mindere mate vervreemd geraakt van hun oorspronkelijke zelf. Het kunnen leven en belichamen van hun natuurlijke geaardheid is in de knel gekomen. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Enerzijds door het tekortschieten van onze verzorgende omgeving waarvan we als klein kind volledig afhankelijk waren. Mogelijk is er onvoldoende voorzien in onze basale behoeftes zoals de behoefte aan veiligheid, warmte, liefde, aanmoediging, zelfstandigheid et cetera. Mogelijk hebben we diverse malen intense emoties ondergaan zoals grote angst, paniek, woede en verdriet. Intense emoties zijn voor een kind moeilijk zelfstandig te dragen. Ontbrak de accepterende steun van een volwassene dan zorgt de overlevingskracht in het kind ervoor dat de ondraaglijk intense emotie wordt verbannen uit de bewuste ervaring. De energie van de emotie zet zich vast in het lichaam en het onderbewuste. Zo kunnen zich dus pijnlijke, teruggetrokken delen ontwikkelen als reactie op tekorten en op trauma. Om te zorgen dat die pijnlijkheid niet gevoeld hoeft te worden én om gevoelde tekorten alsnog op te vullen ontstaan er overlevingsdelen.

Overlevingsdelen en pijnlijke delen kunnen echter niet alleen ontstaan als reactie op negativiteit maar ook als gevolg van positiviteit, als gevolg van de liefde van het kind voor zijn ouders. Vanuit spontane liefde wil het kind het beste voor zijn ouders en probeert het zijn ouders gelukkig te maken. Het kind kan aan de normen en waarden van de ouders gaan voldoen om de ouders niet teleur te stellen en daarmee zichzelf in de steek laten. Een kind kan zich ook gaan aanpassen of zelfs opofferen als de ouders zijn levendige en spontane gedrag niet aan kunnen en overbelast dreigen te raken. Bijvoorbeeld het kind dat zijn sombere moeder probeert te ontzien. Of een kind met een ziek broertje of zusje dat zich gedeisd houd om de zorgen van de ouders niet nog groter te maken.

Ook zonder een objectief aanwijsbare reden reageert een kind onbewust op de getraumatiseerde delen van de ouder. Het kind kan energetisch de pijn overnemen of juist een tegenovergestelde reactie ontwikkelen. De onbewust energetische aanpassing van het kind kan zelfs voortvloeien uit onbewuste spanning in het familiesysteem tot aan de voorouders toe. Kortom, ook in een op het oog liefdevolle opvoeding is het mogelijk om te vervreemden van je essentie.

Symptomen als reactie op trauma

Al met al zijn er splitsingen in ons essentiële zelf ontstaan: teruggetrokken getraumatiseerde delen, overlevingsdelen en gezonde delen. Overlevingsdelen zorgen ervoor dat we zo goed mogelijk kunnen functioneren. Hoe pijnlijker de teruggetrokken delen, hoe sterker de overlevingsdelen en hoe minder vrij en natuurlijk functioneren nog mogelijk is. Sommige mensen kunnen vanuit hun overlevingsdelen een tamelijk succesvol leven lijden maar bij de meeste mensen ontstaan er vroeg of laat problemen. Problemen variërend vanaf het gevoel ‘ik heb alles wat ik wil maar voel me ergens toch niet happy’ tot ernstige psychiatrische symptomen. Hoe meer je leeft ‘naast’ jezelf in plaats van vanuit je essentiële zelf, hoe ernstiger de symptomen.
Vanuit deze visie is de bipolaire stoornis dus een uitdrukking van het van jezelf verwijderd zijn geraakt. Je hebt jezelf verlaten. Je genetische geaardheid is doorgeslagen naar extremen omdat je het contact met je natuurlijke geaardheid tot op zekere hoogte bent verloren en noodgedwongen bent gaan leven vanuit overlevingsdelen. Hoe jonger de verwijdering is ontstaan, hoe groter de kans dat de ontwikkeling van een gezond en stevig ego in de knel is gekomen. Iemand met een gezond ego beschikt over voldoende ik-kracht om opgewassen te zijn tegen van buiten én van binnen komende verstorende krachten. Is het ego niet stevig gefundeerd dan kan een oplaaiende passie het huis-van-het-ik op zijn grondvesten doen schudden en de bewoner naar alle kanten meesleuren. Als een op hol geslagen paard is er dan te weinig stuurmansvermogen om het paard van je passie te sturen en te remmen. Met een manie als gevolg.

Dat er tijdens een depressieve of manische episode ook fysieke verschijnselen zijn waar te nemen, zoals een verstoorde neurotransmitter huishouding, is niet meer dan logisch als je bedenkt dat iedere psychisch fenomeen een representatie heeft op lichamelijk gebied. Of je nu verliefd bent of een bepaalde gedachte hebt, met de juiste apparatuur is de verliefdheid of gedachte in het brein te zien.

Hoop

Ondanks dat in de psychiatrisch-medische visie wordt erkend dat kwetsing een rol kan spelen, focust men zich volledig op de kwetsbaarheid: de genetica en biologie. Kijkend vanuit de medisch-biologische bril ziet men dan een ongeneeslijke ziekte waarvoor we ons hele leven medicatie nodig hebben. De psychologisch-energetische visie richt zich op de kwetsing en gaat ervan uit dat de primaire verstoring bestaat uit het verloren contact met ons ware zelf.

In mijn visie combineer ik beide visies en ga ik uit van een spectrum tussen aan het ene uiterste 100% kwetsbaarheid en aan het andere uiterste 100% kwetsing. Ik ben er van overtuigd dat de oorzakelijke rol van kwetsing in het tot ontwikkeling komen van een bipolaire stoornis veel groter is dan tot nu toe wordt erkend. Hoe meer je van je oorspronkelijke zelf verwijderd bent geraakt hoe groter de kans dat deze kwetsing (trauma) bepalend is geweest voor het ontstaan van je bipolaire stoornis.

Dit is een hoopvol positief perspectief. We kunnen de weg terug inslaan, de weg in de richting van de bevrijding van ons essentiële zelf. Op deze weg zullen we gaandeweg steeds meer gaan samenvallen met onze essentiële geaardheid en zal onze oorspronkelijke levensenergie vrijer gaan stromen. Door te leren rekening te houden met onze resterende kwetsbaarheid (bijvoorbeeld stressgevoeligheid) en ons leven daarop in te richten zullen onze symptomen gaan verdwijnen.

Heling

Deze weg naar heling is geen gemakkelijke weg. Het is een lastig en pijnlijk proces omdat door het afleggen van onze overlevingsdelen de weggestopte pijnlijke delen weer voelbaar gaan worden. Maar omdat we nu geen sensitief klein kind met een onvolgroeid zenuwstelsel meer zijn, kunnen we de pijnlijkheid nu als volwassene dragen. Het komt voor dat chronisch depressieve mensen in enkele sessies spectaculaire resultaten boeken, maar veel vaker is het nodig om langdurig aan jezelf te werken. Vaak gaat het om het laag voor laag afpellen van pijnlijkheid en het stap voor stap opbouwen van een sterker, veerkrachtiger ego. Op een tempo bepaald door de wijsheid van je lichamelijk-energetisch systeem.

De aanpak binnen de reguliere psychiatrie en psychologie

De biologisch georiënteerde psychiatrie en neurowetenschap probeert afwijkingen in de hersenen te vinden waarmee de bipolaire stoornis kan worden verklaard. Zo wordt er nu een grote hersenen bank opgericht en worden patiënten aangemoedigd om hun brein na overlijden te doneren. Steekhoudend bewijs voor de stelling dat een bipolaire stoornis een hersenziekte is, is tot op heden echter nog niet gevonden.

“We hebben veel geleerd over de werking van het brein”, aldus de Amerikaanse psychiater Allen Frances, “maar er bestaan nog steeds geen methoden om die fundamentele kennis om te zetten in psychiatrische behandelingen. De verwachting dat psychische stoornissen konden worden verklaard uit één gen, neurotransmitter of bekabelingsprobleem is een naïef droombeeld gebleken.”

Psychiater Allen Frances, voormalig teamleider DSM IV

Het resultaat van deze primaire biologische focus is dat er binnen het reguliere veld vrijwel geen intensieve therapietrajecten aan bipolaire mensen worden aangeboden. Wat wel wordt aangeboden is: psycho-educatie; maken van een noodplan; interpersoonlijke sociaal ritme therapie; cognitieve gedragstherapie en soms gesprekstherapie. Sommige instanties bieden ook dramatherapie, creatieve therapie en psychomotorische therapie. Allemaal heel zinvol en passend binnen de doelstelling: zo goed mogelijk leren leven met je stoornis.

De reguliere psychotherapiewereld wordt gedomineerd door de noodzaak om ‘evidence based’ te werk te gaan. Het moet allemaal wetenschappelijk zijn bewezen. Gevolg hiervan is dat kortdurende stap-voor-stap methoden de boventoon zijn gaan voeren, simpelweg omdat deze het meest eenvoudig te bewijzen zijn. Deze methoden zijn ook het meest eenvoudig in protocollen te vangen, dat wil zeggen in een stapsgewijze aanpak, een recept. Zoals bij cognitieve gedragstherapie (CGT) of interpersoonlijke psychotherapie (IPT). Hoewel positieve veranderingen altijd kunnen plaatsvinden is de kans klein dat dit soort therapieën voldoende zijn om een bipolaire stoornis te helen. Het zijn kortdurende praattherapieën waarin diepere emotionele lagen vrijwel niet aan bod komen.

Fundamentele transformatie vereist veel meer diepgang en zal ook langer duren. Positieve uitzonderingen in het reguliere veld zijn psychomotorische therapie en schematherapie. Schematherapie adresseert wél de diepere emotionele lagen die de vervreemding van het essentiële zelf in stand houden. Hoewel schematherapie weinig lichaamsgericht is en het de energetische dimensie buiten beschouwing laat is het mijns inziens momenteel het beste wat het reguliere veld te bieden heeft. Ontbreekt het je aan financiële mogelijkheden om gebruik te kunnen maken van effectieve complementaire therapieën, ga dan voor schematherapie. Lastig is wel dat schematherapie bij mijn weten niet wordt aangeboden aan mensen met een bipolaire stoornis.

Inzet

Mijn boodschap is simpel: vaak kan een bipolaire stoornis volledig overwonnen worden. Ik ben hier zelf het levende bewijs van. Het vereist wel een diepgaand commitment. Bereidheid om je maximaal in te zetten. Het is niet eenvoudig, het is hard werken, het kost een hoop geld, maar het kán! Garanderen dat het iedereen zal lukken kan echter niet.

In het complementaire therapieaanbod zijn diverse effectieve, intensieve en diepgaande benaderingen ontwikkeld. In vergelijking met het reguliere veld wordt het complementaire veld niet geremd en beperkt door het wetenschappelijke paradigma. Hierdoor hebben zich in de complementaire psychologie en spiritualiteit verschillende benaderingen ontwikkeld die getuigen van een complete, diepgaande en holistische visie. Verschillende benaderingen, zoals de Zijnsoriëntatie en de transpersoonlijke psychotherapie combineren een psychologische en een spirituele visie en zijn daardoor zeer compleet. Ze beschouwen de mens in een spectrum vanuit zijn meest beperkte, problematische staat tot in zijn meest vrije, verlichte staat en bieden een ontwikkelingsweg naar die vrije staat.

Complementaire therapieën

Complementaire benaderingen worden vanuit het reguliere veld vrijwel volledig genegeerd. Zelfs patiëntenverenigingen reppen vrijwel niet over andere invalshoeken dan de reguliere. Dit is begrijpelijk. Als een psycholoog of psychiater zich openstelt voor een complementaire benadering en daarvan openlijk getuigt loopt hij het risico om door vakgenoten niet meer voor vol aangezien te worden en daardoor schade op te lopen in zijn wetenschappelijke carrière. Ook zorgverzekeraars eisen dat behandelingen ‘evidence-based’ zijn. Een ander belangrijke reden is dat het complementaire veld van coaching, therapie, healing e.d. zeer divers en zeer onoverzichtelijk is. Het aanbod varieert van hele praktische, concrete invalshoeken tot uitermate zweverige. Iedere benadering belooft de hemel, op praktisch iedere site staan wel lovende getuigenissen van cliënten. Hoe kun je in het overweldigende aanbod de bokken van de schapen scheiden? Logisch dat reguliere hulpverleners hier hun vingers niet aan willen branden en dat ze netjes binnen de geaccepteerde lijntjes blijven kleuren.

Uitbehandeld?

De dominante psychiatrische visie, gecombineerd met het compleet negeren van het complementaire veld, heeft voor bipolaire mensen echter grote gevolgen. In het gunstigste geval een leven lang pillen slikken en leren leven met de bijwerkingen. In het slechtste geval slaat medicatie onvoldoende aan. Een bipolaire vrouw blogde recentelijk dat ze diverse medicatie had geprobeerd maar dat niets afdoende hielp. Ook een serie elektroshocks (ECT) hielp maar kort maar taste wel haar geheugen aan. Ten einde raad nam ze contact op met de levenseinde kliniek. Omdat ze in het reguliere veld is uitbehandeld komt ze in principe voor euthanasie in aanmerking.

Hoe wrang. Uitbehandeld? Kijkend vanuit een holistische bril zie ik dat ze geen intensieve diepgaande psychotherapie heeft gehad en dus niet bezig is geweest met een intensief proces om weer samen te gaan vallen met haar essentiële, gezonde zelf. Hoe jammer.

Om een gefundeerde complementaire aanpak te kunnen samenstellen is het nodig dat iemand het complementaire veld enigszins kan overzien. Liefst iemand die in dit veld flink wat ervaring heeft opgedaan en een open blik combineert met een nuchtere geaardheid. Iemand die vanuit een holistisch perspectief diverse complementaire invalshoeken met elkaar kan vergelijken en combineren. Gedreven door de vraag ‘wat kan voor deze unieke persoon op dit moment het meest werkzaam zijn?’ en bereid is verder te kijken dan zijn/haar eigen vakgebied en expertise.

Van het donker naar het licht

Vanuit eigen ervaring weet ik hoe ernstig het lijden kan zijn. Hoe lonkend het perspectief van de dood. Ik heb het geluk gehad dat ik op mijn weg een ‘engel’ ben tegengekomen in de vorm van Harry, een oudere medestudent. Hij heeft mij intensief en belangeloos begeleid toen ik vanuit een manische psychose gedwongen ben opgenomen, platgespoten en gesepareerd (Op deze pagina hierover meer). Ik moet er niet aan denken wat er had kunnen gebeuren als ik hem niet was tegengekomen. Ik ben hem daarvoor eeuwig dankbaar.

Ervaringsverhalen van mensen die hun lijdensweg beschrijven zoals de vrouw van de blog raken vaak mijn hart. Het is dan ook mijn hartenwens om van betekenis te kunnen zijn voor hen die psychisch lijden en om door te kunnen geven wat ik aan begeleiding, licht en steun heb mogen ontvangen in mijn tocht vanuit het donker naar het licht!