Eric Otto

In 1996 kreeg ik, voor mij toen totaal onverwacht een depressie. Ik werkte bij de KLM, had problemen op het werk en strubbelingen in een relatie. Al vrij snel kreeg ik suïcidale gedachtes en verschillende antidepressiva werd uitgeprobeerd. Van Triptisol werd ik manisch en na de manie kwam ik nog dieper in de depressie. Een eerste opname volgde. In 2002 kreeg ik een tweede depressie, weer een diepe, suïcidale depressie en een tweede opname volgde. Die tweede keer was dat in een oud, naargeestig ziekenhuis in IJmuiden waar ik zo’n oud ijzeren bed had met gordijntjes er om. Ik zat daar en voelde me verschrikkelijk, heb zelfs geprobeerd om niet meer te eten en te drinken. Ik wilde er niet meer zijn. Totaal mezelf isolerend  achter dat gordijn was er enorme angst en depressie. Door medicijnen, dit keer Nortrilen werd ik hypomaan. In deze hypomane periode werd ik ook nog psychotisch, een enorm bewustzijnsverruimende ervaring maar ook traumatisch; ik werd platgespoten en geïsoleerd. Ik kreeg uiteindelijk de diagnose bipolaire stoornis en werd ‘levenslang’ op Depakine ingesteld. Diep van binnen voelde ik: hier klopt iets niet…

Ik ging zoeken, wat is er nou echt aan de hand met mij?  Ik zocht verdieping, ook in de spirituele hoek en werd wandelcoach. De natuur is voor mij heel belangrijk, daarom ben ik ook naar de rand van Haarlem verhuisd. Ik bleef  zoeken. Ik las het boek van Alice Miller, ‘Het drama van het begaafde kind’ waarin ik mezelf erg herkende. Ik ging me steeds beter voelen en in 2007 ben ik met medicatie gestopt. In 2011 kwam het boek ‘De herontdekking van het ware zelf’ op mijn pad van Ingeborg Bosch en ben snel daarna begonnen aan de opleiding tot PRI-therapeut.
Wat me direct enorm aansprak in PRI is juist de gelijkwaardigheid tussen cliënt en therapeut – je bent beiden mens met een verhaal. In PRI werken we met diepere bewustzijnslagen en heb ik uiteindelijk ontdekt wat de bron bleek te zijn van mijn depressies. Niet alleen wat we meegemaakt hebben is traumatisch, ook juist het feit dat je er daarna helemaal alleen mee bent is een verpletterende ervaring voor een onschuldig kind zonder tijdsbesef. De gordijntjes in IJmuiden waren dus echt een herbeleving voor mij, ik was weer allen… Al met al ging ik mezelf nu snappen, vele muntjes vielen en ik wist nu eindelijk waar mijn grote lijden vandaan kwam!

Zelfobservatie is in eerste instantie heel belangrijk, herkennen wanneer je emoties de overhand nemen, voelen en weten dat deze emoties bij het kind van vroeger horen en niet bij NU! En dat het heden meestal verrassend onbelast is! De heling zit hem in het feit dat je dat steeds herkent, zo herprogrammeer je je emotionele brein. Alleen met cognitieve oefeningen verander je niets in de diepte – je moet het doorvoeld   hebben. In de GGZ werd me alleen een soort copingstrategie geboden, dat is geen echte therapie. Ik gun het mensen dat zij de kracht kunnen vinden om te zoeken wat er onder de manie en de depressie zit. En die kracht is er, die hebben we allemaal in ons al lijkt hij soms ver weg. We kunnen weer gaan voelen, het is nu veilig, het is voorbij! Voelen is leven voor mij!

Ik ben nu 51 en werk als PRI-therapeut (Past Reality Integration) in mijn eigen praktijk in Haarlem